Er klopt hier iets niet. Er klopt absoluut iets niet. Het is niet alleen dat iedereen een muziekinstrument draagt alsof het een onlosmakelijk lichaamsdeel is, het is niet dat alle huizen ronde ramen en koepeldaken hebben. Elk gezicht ziet er vreemd uit en alle straatnaamborden zijn onleesbaar.
De lucht is ongetwijfeld warmer dan tien minuten geleden. Het ruikt zelfs anders, en die vage omtrek van bergen aan de horizon is er zeker niet eerder geweest.
Dit is Rotterdam niet. Of zelfs San José. Het is zeker niet thuis.
Stel je voor dat je door een bekende straat loopt, zonder op je omgeving te letten. Je bent in gedachten verzonken. Dan is er de plotselinge drang om te plassen en de welkome aanblik van een Aziatisch uitziend restaurantje. Je glipt naar binnen, en voor een paar korte seconden ben je echt in het moment. Je sluit je ogen en laat jezelf gaan terwijl je de druk van de dag voelt wegvloeien.
De snelste weg naar buiten is door een andere deur, en eenmaal uit het steegje achter het restaurant ben je al snel weer in gedachten verzonken en vertrouw je erop dat je voeten de weg naar huis zullen vinden.
Het duurt even voordat het tot je doordringt. Eerst is er die zwoele bries die de geur van onbekende kruiden en vluchtige melodieën met zich meedraagt. Dan het groeiende vermoeden dat de dingen niet zijn wat ze zouden moeten zijn. Heb je een verkeerde afslag genomen en ben je in een parallel universum beland of is dit het decor voor een gekke speelfilm?
Je hersenen worstelen met de onvermijdelijke keuze. Is de rest van de wereld gek geworden of ben jij het? Er moet ergens een fout zijn gemaakt, en je keert op je schreden terug.
Al snel ben je verdwaald tussen de koepelgebouwen. Je kunt de weg vragen, maar waarheen? Terug naar normaal? Die vreemde gezichten kunnen je niets vertellen. Je zou de taal niet begrijpen, en bovendien kun je je niet aan het gevoel onttrekken dat praten deze hachelijke situatie op de een of andere manier zal bestendigen.
Je zet er de pas in en stopt. Je kunt beter niet te veel aandacht trekken. Je loopt een paar straten verder, bang dat elke stap je nog verder in de verkeerde richting brengt.
Dit gaat niet goed aflopen. Mensen beginnen naar je te kijken. Straks komen ze dichterbij en beginnen ze lastige vragen te stellen. Wie weet waar dat toe zal leiden.
Maar misschien is dat wel goed. Misschien word je dan wakker. Maar dit voelt niet als een droom. Waarschijnlijker is het dat je hele leven tot nu toe een droom was en dit de realiteit is.
Die plas die je deed was dat je het metaforische bed nat maakte, en nu ben je wakker. Elke vezel van je wezen leeft en duwt je vooruit.
Je gaat een winkel binnen die lijkt op een pandjeshuis, gevuld met snuisterijen en allerlei rommel die in alle hoeken en gaten is opgestapeld. Het is er donker, en blindelings vind je je weg naar achteren, door een lange gang en dan door een deur waarvan je hoopt dat die naar een andere straat leidt, weg van het gepeupel.
De koude lucht slaat in je gezicht als je het gebouw verlaat. Je kijkt niet op en loopt een ander steegje uit, om vervolgens door een toeterende auto te worden tegengehouden.
Er waren eerder toch geen auto’s? De muziek is weg, en alles om je heen ziet er weer vertrouwd uit. Geen koepels meer, de straatnaamborden zijn in het Nederlands en de gezichten om je heen zijn de gebruikelijke vertrouwd uitziende vreemden.
Is dit echt gebeurd? Het voelt al als een droom, die snel vervaagt uit het geheugen.
Copyright © 25-10-2017 Theo van der Ster
De reacties onder dit blogbericht zijn gesloten. Wil je contact opnemen, dan kan dat op deze pagina.