Als je voor je beroep met tekst werkt, kun je wel wat hulp gebruiken. Hoe sneller je typt en hoe minder fouten je maakt, hoe leuker je werk is en hoe meer je verdient (of hoe meer vrije tijd je overhoudt). Daarom greep ik de kans met beide handen (en tien vingers) aan toen een opdrachtgever me aan het begin van de jaren negentig een typecursus cadeau deed. Die investering heeft zich inmiddels al vele malen terugbetaald.
Er zijn mensen die meer dan 400 aanslagen per minuut halen, maar die zijn dun gezaaid. Als je sneller wilt kunnen werken, moet je wat mij betreft niet meer oefenen maar betere hulpmiddelen zoeken. Mijn oog viel destijds op drie mogelijkheden:
- Dvorak
- Velotype
- Kinesis
De qwerty-indeling waar we aan gewend zijn geraakt, is naar verluidt niet de beste. Boze tongen beweren zelfs dat qwerty is bedacht met het doel te snelle typisten te vertragen om te voorkomen dat de letters vast kwamen te zitten. In de jaren dertig is al een betere indeling ontwikkeld door August Dvorak, maar toen had qwerty al een voorsprong van 60 jaar. Die voorsprong heeft Dvorak niet weten in te lopen.
Desondanks kent Dvorak een flinke schare trouwe fans, mede doordat de meeste besturingssystemen het mogelijk maken van indeling te switchen. Zelf heb ik er nooit aan kunnen wennen. Ik kreeg er kramp in mijn vingers van, en als ik eens op de computer van een klant of vriend moest werken, sloeg ik constant de verkeerde toetsen aan. Het was een geslaagd experiment, in de zin van dat ik beter af was met mijn oude toetsenbord. (Zie Wikipedia voor meer info.)
De Velotype sprak begin jaren negentig zeer tot mijn verbeelding. Het toetsenbord werd gebruikt door stenografen, onder meer in de rechtbank. Je zou er zeer snel mee kunnen werken omdat je in plaats van letters hele lettergrepen typt. Het ding was toen niet te krijgen maar net zag ik dat er een website is waarop je ’m kunt bestellen (kost wel € 1.500). De Velotype is het nooit geworden voor me om dezelfde reden als de Dvorak-indeling. Zodra je op een toetsenbord van een klant of kennis werkt, weet je niet meer waar de toetsen zitten.
De Kinesis is een toetsenbord dat gewoon gebruikmaakt van qwerty, hoewel je er met behulp van je besturingssysteem natuurlijk ook Dvorak aan toe kunt kennen. Erop leren typen is niet moeilijk want niet heel anders dan op een ‘gewoon’ toetsenbord. Je werkt sneller en ontspannener. Ik heb er een jaar of wat mee gewerkt en was er heel tevreden over. Uiteindelijk ben ik echter toch teruggekeerd naar een standaardtoetsenbord. (Voor wie interesse heeft, ik heb er nog twee op zolder liggen.)
Sindsdien heb ik nog heel wat toetsenborden versleten. De laatste was een mechanisch toetsenbord: de Laptop Pro van Matias. In Europa alleen verkrijgbaar via de in Engeland gevestigde Keyboard Company voor £109.00 ex. VAT. Dat was geen succes. De toetsen repeteren nogal vaak. Dat levert zoveel typos op dat er niet mee te werken valt. Aan de makers heb je in dat geval niet veel. De toetsen veel heen en weer bewegen, wordt me aangeraden, waaruit ik opmaak dat dit geen onbekend probleem is. Een miskoop, dus.
Van de toetsenborden die bij de Mac geleverd werden, was ik nooit een fan. Ze werden echter gaandeweg beter, en met het bovenstaande Magic Keyboard met Touch ID werk ik tegenwoordig naar volle tevredenheid. De aanslag is prettig en licht, en het ding doet wat het moet doen. Veel meer verwacht ik tegenwoordig niet van een toetsenbord.
Behalve een beter toetsenbord zijn er nog heel veel andere manieren om je werk leuker en effectiever te maken. Zie bijvoorbeeld wat ik heb geschreven over text expansion en text prediction.
Copyright © 15-05-2023 Theo van der Ster
De reacties onder dit blogbericht zijn gesloten. Wil je contact opnemen, dan kan dat op deze pagina.